Engels : Nederlands date = een afspraakje hebben girly = meisjesachtig depend on = afhangen van more or less = min of meer make an effort = moeite doen latest = nieuwste hooter = toeter appearance = uiterlijk particularly = bepaald ordinary = gewoontjes / gewoon short notice = zeer binnenkort statement = bewering genuinely = echt miserable = slecht middle = midden bump into = botsen tegen high street = hoofdstraat desperate = wanhopig rush = rennen / haasten to make matters worse = tot overmaat van ramp fly - flew - flown = vliegen - vloog - gevlogen tidy = opruimen study = leren early = vroeg nightmare = nachtmerrie tease = plagen sign = gebaren deaf = doof over = voorbij steady = vast / vaste suit = passen bij first off = om te beginnen just another = een doorsnee take it or leave it = graag of niet move on to = verdergaan met otherwise = anders act = gedragen bad = erg graag whether or = of ... of bother = storen rather = liever sensitive = gevoelig sports centre = sportschool it's been three days = het is drie dagen geleden reject = afwijzen stand a chance = kans maken suppose = denken / veronderstellen go on = vooruit hurt feelings / hurt someone's feelings = kwetsen