| 
                            nutteloos, waardeloos / nutteloos / waardeloos
                         | 
                        
                            bushokje, abri / abri / bushokje
                         | 
                        
                            doorweken
                         | 
                
                
                        | 
                            paraplu
                         | 
                        
                            golf
                         | 
                        
                            dak
                         | 
                
                
                        | 
                            toelaten / liet toe / toegelaten / laten / liet toe / toegelaten
                         | 
                        
                            eventjes / een ogenblik / eventjes / een ogenblik
                         | 
                        
                            droog
                         | 
                
                
                        | 
                            ervaren, meemaken / ervaren / meemaken
                         | 
                        
                            onwerkelijk, onvoorstelbaar / onwerkelijk / onvoorstelbaar
                         | 
                        
                            zitplaats
                         | 
                
                
                        | 
                            aanbod
                         | 
                        
                            kaplaarzen
                         | 
                        
                            record
                         | 
                
                
                        | 
                            een goede verstandhouding hebben
                         | 
                        
                            langskomen
                         | 
                        
                            in leven blijven
                         | 
                
                
                        | 
                            aangrijpen, ontroeren / aangrijpen / ontroeren
                         | 
                        
                            onschuldig
                         | 
                        
                            van streek
                         | 
                
                
                        | 
                            uitkijken
                         | 
                        
                            een poosje
                         | 
                        
                            bedreiging
                         | 
                
                
                        | 
                            dood
                         | 
                        
                            gestoord, krankzinnig / gestoord / krankzinnig
                         | 
                        
                            plas
                         | 
                
        
        
                
                        | 
                            gigantisch
                         | 
                        
                            speciale nieuwsuitzending
                         | 
                        
                            verwoesten, ruÌøneren / verwoesten / ruÌøneren
                         | 
                
                
                        | 
                            verkeerd begrijpen
                         | 
                        
                            jong katje
                         | 
                        
                            stortregen
                         | 
                
                
                        | 
                            
                         | 
                        
                            
                         | 
                        
                            bosbrand
                         |