un enterrement méfiant orgueilleux
tout m’échappe le torchon se faire draguer
le mouchoir craquer le destin
emprunter le saut rapprocher
la grève ringard sous la main
foireux le grand huit déconner
le manège comme d’habitude au départ
interrompu le malentendu une étoile
un objectif soit… soit…
trots wantrouwend een begrafenis
zich laten versieren de vaatdoek alles ontgaat me
het lot vallen voor de zakdoek
nader tot elkaar komen de sprong lenen, ontlenen / lenen / ontlenen
heimelijk ouderwets de staking
onzin uitkramen, domme dingen doen / onzin uitkramen / domme dingen doen de achtbaan waardeloos
in het begin zoals gewoonlijk de draaimolen
een ster het misverstand onderbroken
hetzij… hetzij… een doel