Frans : Nederlands ajouter = toevoegen obtenir = krijgen / behalen stimuler à = stimuleren om remarquer = opmerken prendre des risques = risico’s nemen accorder de l’attention à = aandacht schenken aan rien du tout = helemaal niets à cause de = vanwege doué = begaafd douter = twijfelen passer le bac / passer le baccalauréat = eindexamen doen prouver = bewijzen choisir = kiezen exister = bestaan clair = duidelijk l’inégalité = de ongelijkheid prudent = voorzichtig le chercheur = de onderzoeker en général = in het algemeen montrer = laten zien il s’agit de = het gaat over exigeant = veeleisend les études supérieures = het hoger onderwijs conseiller = aanraden l’étudiant = de student suivre un cours = een college volgen faire des études = studeren la recherche = het onderzoek l’université = de universiteit la bourse = de beurs