Frans : Nederlands la dégustation = de proeverij incontournable = onvermijdelijk la boîte = het doosje l’apparition = de verschijning le blanc d’oeuf = het eiwit surgelé = diepvries le gourmand = de lekkerbek le parfum = de smaak à l’époque = vroeger l’emballage = de verpakking l’esquisse = de schets artisanal = ambachtelijk conserver = bewaren tellement = zo se dépêcher = zich haasten mélanger = mengen cuit = gaar davantage = meer l’entreprise = het bedrijf monter sa propre affaire = zijn eigen zaak opzetten / haar eigen zaak opzetten l’emploi = de werkgelegenheid le bénéfice = de winst le chiffre d’affaires = de omzet l’investissement = de investering