Qu'est-ce qu'il y a ? Ça ne va pas bien ? Je suis nerveux / nerveuse et un peu timide. Tu as l'air vraiment content.
Merci du compliment. C'est très gentil. Je suis super heureux / heureuse, parce que j'ai eu un 16 en géo ! Je suis un peu stressé(e).
Je ne me sentais pas à l'aise. Tu sais bien présenter un exposé. Il pense qu'il est meilleur que les autres.
À mon avis, tu es simplement jaloux.
Je ziet er echt blij uit. Ik ben zenuwachtig en een beetje verlegen. Wat is er? Gaat het niet goed?
Ik ben een beetje gestresst. Ik ben dolbij, want ik heb een 8 gehaald voor aardrijkskunde! Dank je wel voor het compliment. Dat is erg aardig.
Hij denkt dat hij beter is dan de anderen. Je kunt goed een spreekbeurt houden. Ik voelde me niet op mijn gemak.
Volgens mij ben je gewoon jaloers.