Engels : Nederlands cap = pet comfortable = comfortabel jacket = jasje jumper = trui leather = lederen pretty = mooi to put on = aandoen raincoat = regenjas shorts = korte broek tank top = hemdje tight = strak trainers = gympen underwear = ondergoed zero = nul one = een two = twee three = drie four = vier five = vijf six = zes seven = zeven eight = acht nine = negen ten = tien eleven = elf twelve = twaalf thirteen = dertien fourteen = veertien fifteen = vijftien sixteen = zestien seventeen = zeventien eighteen = achttien nineteen = negentien twenty = twintig twenty-one = eenentwintig twenty-two = tweeëntwintig twenty-three = drieëntwintig twenty-four = vierentwintig twenty-five = vijfentwintig thirty = dertig forty = veertig fifty = vijftig sixty = zestig seventy = zeventig eighty = tachtig ninety = negentig one hundred = honderd one hundred and one = honderdeneen two hundred and one = tweehonderdeneen