Engels : Nederlands subscriber = abonnee episode = aflevering affordable = betaalbaar to claim = beweren delivery = bezorging to remain = blijven source = bron copy = exemplaar major = gigantisch; belangrijk growth = groei minor = klein; onbelangrijk headline = kop eager = met veel enthousiasme audience = publiek reality = realiteit; werkelijkheid series = serie to access = toegang hebben tot to broadcast = uitzenden to compare = vergelijken to state = verklaren front page = voorpagina channel = zender