Engels : Nederlands
to audition = auditie doen
to make fun of = de draak steken met
to get the joke = de grap snappen
bold = gewaagde
regular = gewoon; gewone
Just kidding! = Grapje!
hilarious = hilarisch
occasional = incidentele; af en toe
issue = kwestie; probleem
tricky = lastig
newcomer = nieuweling
moving = ontroerend
keep an eye out for = opletten of iets gebeurt / voorbij komt
to switch to = overstappen / overschakelen naar
sarcasm = sarcasme
opposite = tegenovergestelde
addition = toevoeging
play = toneelstuk
random = willekeurig
an understatement = zacht uitgedrukt