Engels : Nederlands to attack = aanvallen background = achtergrond to protect = beschermen decision = besluit to clash = botsen; onenigheid hebben democracy = democratie to last = duren violence = geweld to disagree = het oneens zijn party = partij politician = politicus politics = politiek prime minister = premier government = regering to vote = stemmen peace = vrede truth = waarheid law = wet to join = zich aansluiten bij