| Every child has got a bed. | In my room there is a book shelf. | Have you got a game console? |
| My bedroom is the most expensive one in the house. | How much are the things in your bedroom worth? | The average room has got a TV. |
| Have you got a watch? | I have sunglasses and jewellery. | Nine in ten children have got a TV. |
| Almost all of them have a phone. | I've got my own computer. | It is no surprise. |
| Anywhere else in the house. | Her parents have to text her. | Another child disappears into his room. |
| As soon as he gets home from school. | Children's bedrooms are their kingdoms. | Some families almost never do anything together. |
| Heb jij een spelcomputer? | In mijn kamer hangt een boekenplank. | Elk kind heeft een bed. |
| De gemiddelde kamer heeft een televisie. | Hoeveel zijn de spullen in jouw slaapkamer waard? | Mijn slaapkamer is de duurste in ons huis. |
| Negen op de tien kinderen hebben een televisie. | Ik heb een zonnebril en sieraden. | Heb jij een horloge? |
| Het is geen verrassing. | Ik heb een eigen computer. | Bijna allemaal hebben ze een telefoon. |
| Een ander kind verdwijnt naar zijn kamer. | Haar ouders moeten haar appen. | Ergens anders in huis. |
| Sommige gezinnen doen bijna nooit iets samen. | De slaapkamers van kinderen zijn hun koninkrijk. | Zodra hij thuiskomt van school. |