a lot of	always	as
at	boring	favourite
fish and chips	for my friends	from
fun	he	her
his / to be	horse riding	I
Introducing yourself	it	married
my	near	never
often	police officer	quite
she / they	sometimes	swimming / to swim
the aunt	the baby	the book
the brother	the builder	the bus driver

als	altijd	veel
lievelings	saai	bij / in
uit	voor mijn vrienden	vis en patat
haar	hij	leuk
ik	paardrijden	zijn
getrouwd	het	Jezelf voorstellen
nooit	dicht bij	mijn
best wel	de politieagent.	vaak
zwemmen	soms	zij
het boek	de baby	de tante
de buschauffeur	de bouwvakker	de broer

the businessman	the carpenter	the child
the chips	the cook	the cousin / the nephew
the daughter	the electrician	the evening
the father	the football player	the garage
the grandfather	the grandmother	the grandparents
the hairdresser	the hour	the job
the lesson	the mechanic	the mother
the musician	the name	the nursery
the parents	the pilot	the police officer
the sales assistant / the shop assistant	the secretary	the sister
the son	the student	the teacher

het kind	de timmerman	de zakenman
de neef	de kok	de patat
de avond	de elektricien	de dochter
de garage	de voetballer	de vader
de grootouders	de oma	de opa
de baan	het uur	de kapper / kapster
de moeder	de monteur	de les
kinderdagverblijf	de naam	de muzikant(e)
de politieagent	de piloot	de ouders
de zus	de secretaresse	de verkoper
de docent	de student	de zoon

the trainee	the uncle	the waiter
the waitress	the year	their
them	to	to be called
to be married	to chat	to cook
to cycle	to dance	to dive
to eat	to go clubbing	to listen
to live	to marry	to paint
to play tennis	to run	to shop
to take photographs	to visit	to watch
we	you	your

de ober	de oom	de stagiaire
hun	het jaar	de serveerster
heten	naar	hen
koken	chatten	getrouwd zijn
duiken	dansen	fietsen
luisteren	stappen	eten
schilderen	trouwen	wonen
winkelen	hardlopen	tennissen
kijken	bezoeken	fotograferen
jouw	jij	wij