Frans : Nederlands cultiver = verbouwen le radis = de radijs trier = scheiden (van afval) les déchets = het afval le compost = de compost le témoignage = de getuigenis le choc = de schok confondre = door elkaar halen la ferme = de boerderij basé = gebaseerd basée = gebaseerd basé sur = gebaseerd op basée sur = gebaseerd op l'échange = de uitwisseling le logement = het onderdak / de inwoning la nourriture = het voedsel le champ = het veld le bout de terre = het stuk land à disposition = ter beschikking adopter = adopteren les restes = de restjes tout petit = heel klein toute petite = heel klein respecter = respecteren arrêter de = ophouden met tuer = doden végan = veganistisch végane = veganistisch vivre en paix avec = in vrede leven met la paix = de vrede