Frans : Nederlands
à côté de = naast
en face de = tegenover
tu as du nouveau = heb je nieuws
attends / un moment = wacht
gros / grosse = dik
loin = ver
tiens = hé
vite = snel
à gauche = linksaf
à droite = rechtsaf
tout droit = rechtuit
monter / grimper = naar boven gaan
descendre = naar beneden gaan
l'annuaire = het telefoonboek
au-dessus de / sur = erboven
chercher = zoeken
acheter = kopen
neuf / nouveau = nieuw
l'écran = het beeldscherm
ensuite / après = vervolgens / daarna
sur votre droite = aan uw rechterhand
à pied / en marchant = lopend
fatigué = moe
près de / à côté de = dichtbij
le plan = de plattegrond
la place = het plein
l'assiette = het bord
les cheveux = het haar
décorer = versieren
changer / modifier = veranderen
le feu / le feu rouge / le feu vert = het stoplicht
le pont = de brug
traverser / passer de l'autre côté = oversteken