abandonner ancien au départ
avoir mal courir coûte que coûte
dur féminin finalement
jusqu’au bout l’endurance le désert
mériter ne … que / ne que participer à
peiner physique prouver
s’ennuyer s’entraîner s’occuper de
se fatiguer semi terminer
un équipage un objectif bricoler
in het begin oud opgeven / in de steek laten
koste wat kost / kost wat kost rennen / hardlopen pijn hebben
uiteindelijk vrouwelijk moeilijk / hard
de woestijn het uithoudingsvermogen tot het einde
meedoen aan slechts / alleen maar verdienen
bewijzen lichamelijk zwoegen
zich bezighouden met trainen zich vervelen
eindigen / beeïndigen half vermoeid raken / zich vermoeien
knutselen een doel een bemanning
défiler détourner l’attention étonnant
l’entraide le but le courage
le sable se coucher se reposer
un parcours celui qui / celle qui dépasser
être témoin de étroit / étroite l’assistance
la conduite / le comportement la sécurité le séjour
libérer remonter stationner
tomber incroyable lutter
pareil / pareilles poser un problème progressivement
verbazingwekkend / verrassend de aandacht afleiden voorbijtrekken
de moed het doel / doelpunt wederzijdse hulp
uitrusten naar bed gaan het zand
voorbijgaan degene die een traject
de hulp / bijstand smal getuigen zijn van
het verblijf de veiligheid het gedrag
stilstaan / parkeren naar boven gaan / opnieuw naar boven gaan vrijmaken
vechten / strijden ongelofelijk vallen
geleidelijk aan ergens problemen mee hebben / een probleem veroorzaken gelijk / hetzelfde
sembler un bosseur une bonne chose
agricole l’entretien le village natal
les courses hippiques véritable contenir
la charcuterie la graisse plutôt que
raisonnable un carré de chocolat un poivron
een goede zaak een harde werker lijken, schijnen
het geboortedorp het onderhoud landbouw
bevatten echt / werkelijk de paardenrennen
in plaats van het vet de vleeswaren
een paprika een blokje chocola verstandig