plaatsvinden / plaatshebben
|
bereiken / aankomen
|
aanpassen aan / zich aanpassen / zich aanpassen aan
|
de streek rond Bordeaux / de regio Bordeaux
|
blij zijn om / blij zijn / tevreden zijn / tevreden zijn met
|
in de oorspronkelijke taal / in de originele taal
|
per week
|
het weerzien
|
de leraar Duits / de docent Duits
|
een uitwisseling
|
een voordeel
|
eindigen / beëindigen
|
een schoolreisje / een schoolreis
|
een klein beetje stress
|
een nadeel / een ongemak
|
feest vieren / feesten
|
een verplicht vak
|
een uur les / een lesuur
|
terugzien / terugvinden
|
veel vrienden
|
onvergetelijk / memorabel
|
uitgaan naar de disco / naar de disco gaan / naar de discotheek gaan
|
werkelijkheid worden / uitkomen / zich realiseren
|
zich ontspannen
|
inderdaad
|
een talencursus
|
een buitenlander
|
de oorzaak
|
vermijden
|
te druk zijn
|
aantekeningen maken / notities maken
|
de verwijten
|
het vertrouwen
|
een gelegenheid
|
een getalenteerde leerling
|
een les inhalen
|
bang zijn / bang zijn om
|
vriendelijk / amicaal
|
een reden
|
de oorlog
|
anders
|
vanaf
|
de vierde klas / de vierde
|
het cijfer
|
het gemiddelde
|
de les
|
de examenklas
|
het profiel
|
soms
|
verplicht
|
de bovenbouw
|
verlegen / timide
|
doubleren / blijven zitten
|
volgende
|
zoveel als
|
aankondigen / voorspellen
|
een vriendschap
|
hij zit
|
uiteindelijk
|
samen
|
jeter
|
I'enfance
|
obtenir Ie bac
|
pleurer
|
profiter de
|
prouver
|
se faire des amis
|
se rappeler
|
cinq sur six
|
grandir
|
Ie bien-être
|
Ie comportement
|
Ie moins bon
|
obtenir une mauvaise note
|
suivi de
|
un adolescent
|
croissant
|
encourager
|
faire la différence entre
|
l'apparence
|
l'émission
|
la demande
|
Ie moindre
|
Ie principal
|
Ie quotidien
|
ressembler
|
selon
|
je eindexamen halen / het eindexamen halen
|
de kinderjaren
|
weggooien / gooien
|
bewijzen
|
genieten van
|
huilen
|
vijf van de zes / vijf op de zes
|
zich herinneren
|
vrienden maken
|
het gedrag
|
het welzijn
|
opgroeien
|
gevolgd door
|
een slecht cijfer krijgen / een slecht cijfer terugkrijgen
|
het minst goed
|
aanmoedigen
|
groeiend
|
een puber / een adolescent
|
de uitzending
|
het uiterlijk
|
een onderscheid maken tussen / onderscheid maken tussen
|
de belangrijkste / het belangrijkste
|
het minste
|
de vraag / de aanvraag
|
volgens
|
lijken op / lijken
|
het dagblad
|