dives, -es, -es (divitis) villa habui
crudelis, -is, -e (crudelis) soleo (solēre) gewoonlijk
sanguis, sanguinis (m) imperator, imperatoris (m) invito (invitare)
dum unus, -a, -um e(x) + abl.
fregi frango (frangĕre) pes, pedis (m)
crudelitas, crudelitatis (v) dominus parco (parcĕre) + dat.
omnis, -is, -e (omnis) compleo (complēre) praeterea
gravis, -is, -e (gravis) si necesse
neco (necare) mors, mortis (v) servo (servare)
perf. van habeo (habēre) landhuis rijk
doen de gewoonte hebben, wreed
uitnodigen opperbevelhebber / keizer bloed
uit / weg van / van één / (als) enige / alleen terwijl / zolang als
voet breken perf. van frango (frangĕre)
sparen heer / heerser wreedheid
bovendien vullen ieder / elk / geheel / (mv.) alle(n)
noodzakelijk als zwaar / gewichtig / ernstig
redden / beschermen dood doden
nomen, nominis (o)
naam