ac	si	adhuc (bijw.)
dubius	fui	forte
terra	(utrum) . . . an	aliquis, alicuius
aliqui, alicuius	numen, numinis	do (dare)
tamen	noster	occultus
potestas, potestatis	fatum	sed
a(b) + abl.	Iuppiter, Iovis	ipse, ipsius

tot nu toe / nog	als / indien / of	en
(bijw.) toevallig / onzijdig van fortis	perf. van sum (esse)	onzeker / twijfelachtig
iemand / iets	(of) . . . of	aarde / grond / land
geven	knik / wil / goddelijke macht	een (of ander) / enig
verborgen / geheim	(van) ons / onze	toch / echter / niettemin
maar	(nood)lot	macht / mogelijkheid / gelegenheid
zelf / hijzelf	Jupiter	weg van / van(af) / van de kant van / door (toedoen van) (bij het passivum)

reperio (reperire)	eligo (eligĕre)	inter + acc.
ara	ille, illius	praesens, praesentis
caelum	sidus, sideris (onz.)	te (acc. / abl.)
antea (bijw.)	imperium	precor (precari)
ut + ind.	ut + conj.	mihi (dat.)
dignus + abl.	oratio, orationis	omnis
omnes (mv.)	omnia (onz. mv.)	dico (dicĕre)

tussen / te midden van	uitkiezen	vinden / te weten komen
aanwezig	die / dat / hij / zij / het	altaar
jou / u	ster / sterrenbeeld	hemel
smeken / bidden	macht / gezag / rijk	vroeger / tevoren
(aan) mij	(op)dat / om te / (zo)dat (vaak voorafgegaan door woorden als sic, ita, tam, adeo, tantus, talis, tot)	zoals / zodra (als)
ieder / elk / geheel	redevoering	waard / waardig
zeggen / spreken / noemen	alle(s)	alle(n)

libertas, libertatis

vrijheid