IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
TrabiTour
havo-vwo 3e editie
1 hv
Textbuch A, Kapitel 3.B
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
anrufen
=
opbellen
bekommen
=
krijgen
einladen
=
uitnodigen
feiern
=
vieren
ich freue mich auf
=
ik verheug me op
gratulieren
=
feliciteren
machen
=
doen / maken
mitbringen
=
meebrengen
naschen
=
snoepen
riechen
=
ruiken
schenken
=
cadeau geven
schmücken
=
versieren
wünschen
=
wensen
die Einladung
=
de uitnodiging
das Fest / die Feier
=
het feest
der Feiertag
=
de feestdag
der Geburtstag
=
de verjaardag
gute Laune haben
=
goed gehumeurd zijn
der Weihnachtsbaum
=
de kerstboom
die Weihnachtsferien
=
de kerstvakantie
zu Hause
=
thuis
der Heiligabend
=
kerstavond (avond van 24 december)
die Hochzeit
=
de bruiloft
die Überraschung
=
de verrassing
das Geschenk
=
het cadeau
bald
=
gauw / binnenkort
Es ist gemütlich.
=
Het is gezellig.
immer
=
altijd
nie
=
nooit
jedes Jahr
=
elk jaar
oft
=
vaak
weil
=
omdat
zusammen
=
samen