- Duits Nederlands
- das Fachgeschäft = de speciaalzaak
- Geld abheben = geld opnemen
- der Gutschein = de tegoedbon
- mit der Karte zahlen = pinnen
- der Kundendienst = de klantenservice
- an der Reihe sein = aan de beurt zijn
- der Schlussverkauf = de uitverkoop
- die Werbung = de reclame