Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • abbiegen = afslaan
  • nach rechts abbiegen = naar rechts afslaan
  • gehen = gaan
  • sich handeln um = gaan over
  • es handelt sich um = het gaat over
  • sich beeilen = zich haasten
  • reparieren = repareren / herstellen
  • gehören zu = horen bij / horen tot
  • sich erkundigen = zich informeren
  • einsteigen = instappen
  • bekommen = krijgen
  • laufen = lopen
  • aufpassen = opletten
  • überqueren = oversteken
  • blinken = richtingsaanwijzers gebruiken
  • anhalten = doen stoppen / blijven duren
  • aussteigen = uitstappen
  • finden = vinden