IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Academia Press
Ich hätte eine Frage
A2B1 - 1e editie
Hoofdstuk 13.0 - Adjektive, Adverbien, …
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
außer
=
behalve
außer mir
=
behalve mij
dass
=
dat (voegwoord)
wie lange?
=
hoelang?
jedenfalls
=
in elk geval
wenn
=
indien / als / wanneer (voorwaarde)
kaputt
=
kapot
müde
=
moe
in
=
over (tijd) / binnen (tijd)
super
=
super
klasse!
=
top! Uitstekend!
langweilig
=
saai / vervelend
wann
=
wanneer (tijd)
welch
=
welk
wer
=
wie (Nominativ)
wen
=
wie (Akkusativ)
wer ist da?
=
wie is daar?
wen hast du gesehen?
=
wie heb je gezien?
wenn das stimmt, …
=
indien dat klopt, …
in zwei Tagen
=
over twee dagen
wann kommt er?
=
wanner komt hij?
wem
=
wie (Dativ)
mit wem sprichst du?
=
met wie spreek jij?
weiterhin
=
zoals vroeger / zoals voorheen
woher
=
waar…vandaan?
wohin
=
waarheen?/ waar naartoe?