IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
TrabiTour
havo-vwo 2e editie
Arbeitsbuch D, Kapitel 10, Aufgabe 3.3
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
auftreten
=
optreden
der Abend / -e
=
de avond
außerdem
=
bovendien
erlauben
=
toestaan
fernsehen
=
televisiekijken
das stimmt
=
dat klopt
(sich) treffen
=
(elkaar) ontmoeten
sich unterhalten
=
praten
verabredet sein
=
een afspraakje hebben
verbieten
=
verbieden
verbringen
=
doorbrengen
vorschlagen
=
voorstellen
der Eingang
=
de ingang
die Kasse
=
de kassa
die Eintrittskarte / -n
=
entreekaart
das Fernsehen
=
de televisie
im Fernsehen
=
op de televisie
der Fernseher
=
het televisietoestel
die Fernsehsendung / -en
=
het televisieprogramma
die Kneipe / -n
=
de kroeg
das Konzert / -e
=
het concert
ins Konzert gehen
=
naar het concert gaan
der Krimi / -s
=
de detective
das Quiz
=
de quiz
das Radio, im Radio
=
de radio, op de radio
der Schalter
=
het loket
das Theater / ~
=
het theater, de schouwburg
ins Theater gehen
=
naar het theater gaan
bestimmt
=
vast, beslist
eigentlich
=
eigenlijk
einverstanden sein mit…
=
het eens zijn met...
weggehen
=
weggaan