IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
TrabiTour
vwo 2e editie
Arbeitsbuch B, Kapitel 5, Aufgabe 3.2
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
der Fußball
=
de voetbal
Fußball spielen
=
voetballen
Basketball spielen
=
basketballen
Volleyball spielen
=
volleyballen
Tennis spielen
=
tennissen
Tischtennis
=
tafeltennis
Hockey spielen
=
hockeyen
der Ball / ”-e
=
de bal
der Hockeyschläger /
=
de hockeystick
der Tennisschläger /
=
het tennisracket
der Trainingsanzug / ”-e
=
het trainingspak
das Trikot / -s
=
het shirt
die Hose / -n
=
de broek
die Socke
=
de sok
der Schuh / -e
=
de schoen
segeln
=
zeilen
das Segelboot / -e
=
de zeilboot
surfen
=
surfen
das Surfbrett / -er
=
de surfplank
Wasserball
=
waterpolo
schwimmen
=
zwemmen
das Schwimmbad / ”-er
=
het zwembad
eislaufen
=
schaatsen
der Schlittschuh
=
de schaats
Rennrad fahren
=
wielrennen
das Rennrad / ”-er
=
de racefiets
Ski fahren
=
skiën
der Ski / -er
=
de ski
snowboarden
=
snowboarden
rutschen
=
glijden
bremsen
=
remmen
lenken
=
sturen
das Skateboard / -s
=
het skateboard
der Unfall / “-e
=
het ongeluk
reiten
=
paardrijden
das Pferd / -e
=
het paard
laufen
=
hardlopen
turnen
=
turnen
tanzen
=
dansen
gewinnen
=
winnen
verlieren
=
verliezen
das Spiel / -e
=
de wedstrijd (met een bal en 2 partijen)
das Fußballspiel
=
de voetbalwedstrijd
der Wettkampf / ”-e
=
de wedstrijd (overige betekenissen)
das Tor / -e
=
het doelpunt, het doel
die Mannschaft / -en
=
de ploeg, het team
der Boxwettkampf
=
de bokswedstrijd
die Leichtathletik
=
atletiek