IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar2-3kgt
Naklar2-3kgt-K5-DN
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
die Aufmerksamkeit
=
de aandacht
außerdem
=
bovendien / daarnaast
beliebt
=
populair
benoten
=
een cijfer geven
sich beschweren
=
een klacht indienen / zich beklagen
die Klage
=
de klacht
nerven
=
op de zenuwen werken / irriteren
der Unterricht
=
de les op school / de lessen op school / het onderwijs
das Viertel
=
het kwart
eröffnen
=
openen
der Magier
=
de illusionist
verletzen
=
verwonden / blesseren
züchten
=
fokken
die Zusammenarbeit
=
de samenwerking
die Aufregung
=
de opwinding
die Ausbildung
=
de opleiding
ausüben
=
uitoefenen
der Kunde
=
de klant
das Lächeln
=
de glimlach
manchmal
=
soms
schmerzen
=
pijn doen / doen pijn
der Stolz
=
de trots
sich zurechtfinden
=
zich redden
der Außenseiter
=
het buitenbeentje
die Begeisterung
=
het enthousiasme
beschließen
=
beslissen / besluiten
jemand duzen
=
iemand met jij aanspreken
der Verlierer
=
de verliezer
die Welle
=
de golf
die Bande
=
de groep
einfach
=
eenvoudig
reden
=
praten
der Schauspieler
=
de acteur
sich streiten
=
ruzie hebben / hebben ruzie
der Abenteuerfilm
=
de avonturenfilm
ausstrahlen
=
uitzenden
befragen
=
ondervragen
bequem
=
comfortabel
der Blödsinn / der Quatsch
=
de onzin
einschalten
=
inschakelen
der Greuel
=
de gruwel / de afschuw
hocken
=
zitten
die Komödie
=
de lachfilm
der Kriegsfilm
=
de oorlogsfilm
der Krimi
=
de detective / detectiveserie
lässig
=
nonchalant
der Moderator
=
der presentator
der Privatsender
=
de commerciële zender
die Sportarten
=
de sporten
ständig
=
voortdurend / altijd / steeds / voortdurend
die Werbung
=
de reclame
das Alter
=
de leeftijd
auf den Geist gehen
=
op de zenuwen werken
die Auszeichnung
=
de onderscheiding
der Dreh
=
de opname
die Ehe
=
het huwelijk
entstehen / entstanden
=
ontstaan
erziehen
=
opvoeden
erzogen
=
opgevoed
das Gebirge
=
het gebergte
herausfinden
=
ontdekken
das Herzversagen
=
het hartinfarct
irre gern
=
heel graag / erg graag
die Notizen
=
de aantekeningen / notities
schmerzhaft
=
pijnlijk
versuchen
=
proberen
der Vortrag
=
de spreekbeurt
die Witwe
=
de weduwe
zukünftige
=
toekomstige
zunächst
=
eerst
abhängig
=
afhankelijk
allerdings
=
echter
das Angebot
=
het aanbod / de reclame / de aanbieding
aufhören
=
stoppen
ausnutzen
=
benutten
die Auswahl
=
de keuze
begeistert
=
enthousiast / opgetogen
behaupten
=
beweren
die Clique
=
de vriendenclub
dazugehören
=
erbij horen
erwachsen
=
volwassen
fördern
=
stimuleren
die Jugendlichen
=
de jongeren / de jeugd
körperlich
=
lichamelijk
langweilig
=
saai
der Marktplatz
=
het marktplein
mitkriegen
=
te horen krijgen
der Reiz
=
de prikkel
sammeln
=
verzamelen
es schaffen
=
het voor elkaar krijgen / bereiken
das Schnäppchen
=
het koopje
die Tauschbörse
=
de ruilbeurs
unbedingt
=
hoe dan ook / zeker
unterhaltsam
=
vermakelijk
unterstützen
=
ondersteunen / steunen
verstecken
=
verstoppen
der Wandel
=
de verandering
die Warnung
=
de waarschuwing
zeigen
=
laten zien / tonen
zögern
=
aarzelen