Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • ab = vanaf
  • das Abenteuer = het avontuur
  • der Jugendliche = de jongere
  • das Mitglied = het lid
  • passieren = gebeuren
  • der Schüler = de leerling
  • schützen = beschermen
  • sogar = zelfs
  • zufrieden = tevreden
  • zum Beispiel = bijvoorbeeld
  • aber = maar
  • brauchen = nodig hebben
  • erzählen = vertellen
  • der Geburtstag = de verjaardag
  • das Geschenk = het cadeau
  • kleben = plakken
  • schön = mooi
  • die Uhr = het horloge
  • ungewöhnlich = ongewoon
  • weil = omdat