IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar3-4v
Naklar3-4v-K1-DN
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
zeigen
=
laten zien
die Leistung
=
de prestatie
schließlich
=
tenslotte
angeben
=
opscheppen
die Bedrohung
=
de bedreiging
brauchen
=
nodig hebben
die Freude
=
plezier
gemischt
=
gemengd
genau
=
precies
kämpfen
=
vechten
klappen
=
lukken
langweilig
=
vervelend
der Unterschied
=
het verschil
die Zeile
=
de regel
anfänglich
=
in het begin
bestätigen
=
bevestigen
das Brett
=
de plank
der Kreis
=
kring
die Lebensanschauung
=
de levensfilosofie
der Pilz
=
de paddenstoel
rebellisch
=
opstandig
der Spaß
=
het plezier
ungeheuer
=
ongelofelijk
vergraut
=
vergrijsd
verwenden
=
gebruiken
der Widerstand
=
het verzet
die Zielgruppe
=
de doelgroep
die Annäherung
=
de toenadering
der Ärger
=
de ellende
der Auspuff
=
de uitlaat
behaupten
=
beweren
durchschnittlich
=
gemiddeld
erfolgen
=
plaatsvinden
fördern
=
stimuleren
geeignet
=
geschikt
gesellschaftlich
=
maatschappelijk
spießig
=
burgerlijk
die Werbung
=
de reclame
das Zeitalter
=
het tijdperk
Bankgeschäfte
=
bankzaken
buchen
=
boeken
einfach
=
gemakkelijk
erledigen
=
afhandelen
die Farbe
=
de kleur
feiern
=
vieren
Gebühren
=
kosten
das Gemüse
=
de groente
haufenweise
=
veel
hin und zurück
=
retour
nächst
=
volgende
der Prospekt
=
de folder
der Schein
=
het formulier
Steuern
=
belastingen
träumen
=
dromen
umtauschen
=
wisselen
verpassen
=
missen
abschalten
=
ontspannen
sich begegnen
=
elkaar ontmoeten
bisher
=
tot nu toe
erhalten
=
krijgen
erwachsen
=
volwassen
der Forscher
=
de onderzoeker
heiraten
=
trouwen
johlen
=
joelen
jugendlich
=
jeugdig
Krawalle
=
rellen
öffentlich
=
in het openbaar
das Phänomen
=
het verschijnsel
die Sendung
=
de uitzending
überwiegend
=
voor het grootste deel
versuchen
=
proberen
auslösen
=
veroorzaken
außerdem
=
bovendien
sich begeistern
=
enthousiast worden
durchhalten
=
volhouden
freizügig
=
vrijpostig
die Sprecherin
=
de woordvoerster
sich umziehen
=
zich omkleden
verlangen
=
eisen
zwar
=
weliswaar
die Clique
=
de groep
Drogen
=
drugs
erwischen
=
te pakken nemen
das Fenster
=
het raam
das Gelände
=
het terrein
der Grund
=
de reden
der Penner
=
de zwerver
der Sozialarbeiter
=
de maatschappelijk werker
sprengen
=
uiteendrijven
die Sucht
=
de verslaving
die Umweltzerstörung
=
de millieuvervuiling
widmen
=
wijden aan
der Zeigefinger
=
de wijsvinger
die Ausrede
=
het smoesje
die Ersparnis
=
het gespaarde geld
die Gegend
=
de streek
die Kohle
=
de poen
der Krankenpfleger
=
de verpleger
die Münze
=
de munt
die Neugierde
=
de nieuwsgierigheid
pleite
=
platzak
schlucken
=
slikken
süchtig
=
verslaafd
die Verabredung
=
de afspraak
die Verwendung
=
het gebruik