IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar4-4v
Naklar4-4v-K5-DN (Gesplitst)
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
die Art
=
de manier
eingrenzen
=
afbakenen
eklig
=
walgelijk
erlauben
=
toestaan
erreichen
=
bereiken
gerecht
=
rechtvaardig
irgendwann
=
ooit
ohne
=
zonder
unbedingt
=
absoluut
die Zensur
=
het cijfer
das Abenteuer
=
het avontuur
anmachen
=
versieren
ausreichend
=
voldoende
bevorzugen
=
de voorkeur geven aan
daheim
=
thuis
das Dasein
=
het bestaan
enthalten
=
bevatten
erkunden
=
verkennen
erschöpft
=
uitgeput
hinterlassen
=
achterlaten
klettern
=
klimmen
die Küche
=
de keuken
der Schlüssel
=
de sleutel
tauchen
=
duiken
die Welle
=
de golf
der Anfang
=
het begin
erstaunlich
=
verbazingwekkend
klappen
=
lukken
oft
=
vaak
raten
=
aanraden
die Sendung
=
de uitzending
der Sieg
=
de overwinning
toll
=
geweldig
das Viertel
=
het kwart
vorhaben
=
van plan zijn
die Aufgabe
=
de opdracht
die Chance
=
de kans
die Entscheidung
=
de beslissing
fordern
=
eisen
gar
=
helemaal
gewiss
=
bepaald
heimlich
=
stiekem
heiraten
=
trouwen
Jura
=
rechten
der Kumpel
=
de vriend
längst
=
al lang
die Mannschaft
=
het team
sich treffen / treffen sich
=
ontmoeten elkaar / elkaar ontmoeten
der Tropfen
=
de druppel
vorschlagen
=
voorstellen
durchfallen
=
zakken
einfach
=
gewoon
sich einigen
=
het eens worden
gestehen
=
bekennen
irgendwo
=
ergens
der Rettungswagen
=
de ziekenauto
schief laufen
=
verkeerd lopen
stolz
=
trots
die Voraussetzung
=
de voorwaarde
der Zivildienst
=
de vervangende dienstplicht
absolvieren
=
afronden
bequem
=
comfortabel
sich beschweren
=
klagen
Die Decke
=
het plafond
das Denkmal
=
het monument
einzigartig
=
uniek
empfangen
=
ontvangen
eng
=
nauw
das Ereignis
=
de gebeurtenis
gründen
=
oprichten
malen
=
schilderen
öffentliche
=
openbare
die Stätte
=
het oord
tätig sein
=
bezig zijn
die Veranstaltung
=
het evenement