Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • der Bereich = het gebied
  • bevorzugen = de voorkeur geven aan
  • bislang = tot nu toe
  • die Daten = de gegevens
  • sich eignen = geschikt zijn
  • kämpfen = vechten
  • künftig = in de toekomst
  • mittlerweile = intussen
  • öffentlich = in het openbaar
  • das Phänomen = het verschijnsel
  • rasant = heel snel
  • das Versprechen = de belofte
  • verwenden = gebruiken
  • wachsen = groeien
  • das Ziel = het doel
  • außerdem = bovendien
  • erleichtern = vergemakkelijken
  • fast = bijna
  • die Folge = het gevolg
  • hervorgehen aus = blijken uit
  • kaum = nauwelijks
  • die Maßnahme = de maatregel
  • ohnehin = toch al
  • trotzdem = desondanks
  • die Zeile = de regel