Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • Fahrrad fahren = fietsen
  • Fußball spielen = voetballen
  • Gymnastik machen = aan gymnastiek doen
  • ins Fitnessstudio gehen = naar de sportschool gaan
  • joggen = hardlopen
  • reiten = paardrijden
  • schwimmen = zwemmen
  • segeln = zeilen
  • Ski fahren = skiën
  • tanzen = dansen