Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • Angst haben = bang zijn
  • benutzen = gebruiken
  • das Dorf = het dorp
  • draußen = buiten
  • entfernt = vandaan, verwijderd
  • sich erholen = (zich) ontspannen
  • der Flughafen = het vliegveld
  • der Lärm = het lawaai, de herrie
  • nie = nooit
  • die öffentlichen Verkehrsmittel = het openbaar vervoer