IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
A1-A2 Werkboek en Online
TBDU-A1-K2-04 Schreiben
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
Schöne Ferien!
=
Fijne vakantie!
Alles Gute zum Geburtstag!
=
Gefeliciteerd met je verjaardag!
Frohe Ostern!
=
Vrolijk pasen!
Frohe Weihnachten und ein gutes neues Jahr!
=
Prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar!
Gute Besserung!
=
Beterschap!
Ein glückliches neues Jahr!
=
Gelukkig nieuwjaar!
Herzlichen Glückwunsch!
=
Gefeliciteerd!
Liebe Anna,
=
Beste Anna,
Lieber Max,
=
Beste Max,
zum Geburtstag
=
met je verjaardag
wünschen
=
wensen
viel Glück
=
veel geluk
die Gesundheit
=
de gezondheid
alles Gute
=
het beste
deine Anna
=
jouw Anna
dein Max
=
jouw Max
Wie geht es dir?
=
Hoe gaat het met jou?
Mir geht es gut.
=
Met mij gaat het goed.
Was machst du?
=
Wat doe je?
Bis bald!
=
Tot gauw!
Liebe Grüße
=
Lieve groeten.
Ich liebe dich.
=
Ik hou van jou.
gratulieren
=
feliciteren
ich gratuliere dir
=
ik feliciteer je
ich sende dir Grüße aus ...
=
ik stuur je groeten vanuit ...
heute
=
vandaag
Es ist
=
Het is
wirklich toll
=
echt leuk
das Brandenburger Tor
=
de Brandenburgse Poort
sehen / gesehen
=
zien / gezien
sitzen / gesessen
=
zitten / gezeten
jetzt
=
nu
das Wetter
=
het weer
wir sehen uns
=
we zien elkaar weer.
bis dann
=
tot dan
gleich
=
zometeen
einladen
=
uitnodigen
die Einladung
=
de uitnodiging
Gib mir Bescheid
=
Laat het met weten
amüsieren
=
vermaken
eine schöne Zeit
=
een leuke tijd
viel zu tun
=
veel te doen
Schön, dass du kommen wirst.
=
Leuk dat je komt.
danke für
=
Bedankt voor
deine Einladung
=
je uitnodiging
ich komme gerne
=
ik kom graag
am 5. und 6. Mai
=
op 5 en 6 mei
nach Amsterdam
=
naar Amsterdam
am Samstag
=
op zaterdag
am 10 Uhr
=
om 10 uur
ankommen
=
aankomen
ich komme an
=
ik kom aan
mit dem Zug
=
met de trein
Ich freue mich
=
Ik verheug me
auf das Wochenende
=
op het weekend
am Dienstag
=
op dinsdag
ich habe Geburtstag
=
ik ben jarig
möchten
=
graag willen
dazu
=
erbij
feiern / gefeiert
=
vieren / gevierd
auf der Kegelbahn
=
op de kegelbaan
anfangen / angefangen
=
beginnen/ begonnen
die Feier
=
het feest
die Feier fängt an
=
het feest begint
es gibt
=
er is / er zijn
essen und trinken
=
eten en drinken
so viel wie du willst
=
zo veel als je wilt
abholen / abgeholt
=
ophalen / opgehaald
ich hole dich ab
=
ik haal je op
vom Bahnhof
=
van het station
wann
=
wanneer