IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B1 Lesen Online
B1 Lesen Lektion 4
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
Gesellschaft mit beschränkter Haftung (GmbH)
=
Besloten Vennootschap (BV)
schweißen
=
lassen
der Schweißer
=
de lasser
der Spritzer
=
de spetter
der Funke(n)
=
de vonk
ablenken
=
afleiden
erheblich
=
aanzienlijk, aanmerkelijk
schädigen, beschädigen
=
beschadigen
schädlich
=
schadelijk
umherfliegend
=
rondvliegend
absperren
=
afzetten
der Blitz
=
de lichtflits, de bliksem
die Quelle
=
de bron
der Wärmebereich
=
de warme ruimte
unbeteiligt sein an
=
niet betrokken zijn bij
derSchweißvorgang
=
het lasproces
das Risiko eingehen
=
het risico lopen
die Einrichtung
=
de inrichting
die Abtrennung
=
de afscheiding
die Schutzvorrichtung
=
het beveiligingsmechanisme
tätig sein
=
actief, werkzaam zijn
der Staub
=
het stof
die Zugluft
=
de tocht
die Nässe
=
de natheid, de vochtigheid
der Lötkolben
=
de soldeerbout
die Strahlung
=
de straling
die Richtlinie
=
de richtlijn
die Abmessungen
=
de afmetingen
die Lagerung
=
het opslaan, de opslag
nicht nur, sondern auch
=
niet alleen, maar ook
einen Grenzwert vorschreiben
=
een grenswaarde vaststellen
einen Farbstoffe enthalten
=
een kleurstof bevatten
eine Bedingung erfüllen
=
aan een voorwaarde voldoen
der Norm entsprechen
=
aan de norm voldoen
wissenschaftlich begründen
=
wetenschappelijk onderbouwen
Der Stoff weist eine Ausrüstung auf.
=
hier: de stof is behandeld.
eine Bedingung festlegen
=
een voorwaarde vastleggen
dürfen
=
mogen
ausreichen
=
voldoende, toereikend zijn
Grenzwerte erreichen
=
grenswaarden bereiken
Gerüche abgeben
=
geuren afgeven
Schwermetalle freisetzen
=
zware metalen afgeven
das Gütezeichen
=
het keurmerk
der Farbstoff
=
de kleurstof
das Erzeugnis
=
het product, het fabrikaat
der Anbieter
=
de aanbieder
der Schadstoff
=
de schadelijke stof
der Gehalt
=
het gehalte
der Wert
=
de waarde
die Marke
=
het merk
die Umwelt
=
het milieu
unabhängig
=
onafhankelijk
die Aufklärung
=
de voorlichting
die Gefahr
=
het gevaar
die Drogen
=
de drugs
der Kumpel
=
de maat, de kameraad
die Klamotten
=
de kleren, de plunje
geil
=
cool, vet, gaaf
Mist!
=
Shit!
einen großen Mund haben
=
een grote mond hebben
der PKW-Lenker
=
de autobestuurder
die Geschwindigkeit
=
de snelheid
gegen etwas prallen
=
tegen iets aanbotsen, botsen
erwischen, fassen
=
pakken, betrappen
der Speichel
=
het speeksel
das Strafverfahren
=
het strafproces
die Führerscheinsperre
=
de ontzegging van de rijbevoegdheid
das Bußgeld, die Geldbuße
=
de boete
die Arbeitsstrafe
=
de taakstraf
anständig
=
fatsoenlijk
nüchtern
=
nuchter