IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B2 Lesen Online
B2 Lesen Lektion 6
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
werben
=
reclame maken, werven
das Klischee
=
het cliché
klischeehaft
=
clichématig
das Fremdenverkehrsamt
=
het VVV-kantoor
der Reiseveranstalter
=
de reisorganisatie, de touroperator
die Vorstellung, die Idee
=
de voorstelling, de idee, het idee
die Flucht
=
de vlucht
die Zerstörung
=
de verwoesting, de vernietiging
die Verletzung von Menschenrechten
=
het schenden van mensenrechten
die Sehnsucht, das Verlangen
=
het verlangen
vertraut
=
vertrouwd
raten
=
adviseren
das Gemeingut
=
het gemeengoed
der Vorgang, der Prozess
=
het proces
jemanden in eine Schublade stecken
=
iemand in een hokje stoppen
die Speicherkarte
=
de geheugenkaart
zuordnen, einteilen, einordnen
=
indelen
die Überforderung, die Überlastung
=
de overbelasting
retten vor
=
redden van
die Flut
=
de vloed
die wirtschaftliche Situation
=
de economische situatie
je problematischer desto mehr
=
hoe problematischer hoe meer
umso mehr
=
des te meer, deste meer
das Bedürfnis
=
de behoefte
die Erholung
=
de recreatie, het herstel
überholt
=
achterhaald
auslassen, weglassen
=
weglaten
verlässlich
=
betrouwbaar
die Armut
=
de armoede
der Gastarbeiter
=
de gastarbeider
auftrumpfen
=
opscheppen
der Weltenbummler, der Globetrotter
=
de globetrotter
Was mich ärgert...
=
Wat mij ergert…, wat mij steekt…
erbärmlich, armselig
=
armzalig, erbarmelijk
hochjubeln
=
ophemelen
einseitig
=
eenzijdig
der verantwortliche Umgang
=
de verantwoordelijke omgang
das Volontariat
=
een langdurige, onbetaalde stage op een redactie
ausblenden
=
vervagen
sich auskennen
=
goed bekend zijn met..., goed bekend zijn, goed op de hoogte zijn
die Erkenntnis
=
het inzicht
bezweifeln
=
betwijfelen
die Einrichtungen
=
hier: de faciliteiten
der Betreiber
=
de uitbater, de exploitant
betreiben
=
uitbaten, exploiteren, runnen
der Beschäftigte, der Arbeitnehmer
=
de werknemer
erneuern
=
vernieuwen
der Verkehrszweig
=
de vervoerstak
verdoppeln
=
verdubbelen
der Engpass
=
hier: het knelpunt
der Zeppelin
=
de zeppelin
das Streichholz
=
de lucifer
der Klebstoff, der Leim
=
de lijm
das Patent
=
het octrooi, de octrooibrief
starr
=
stijf
die Hülle
=
het omhulsel
seinerzeit
=
indertijd
der Jungfernflug
=
de eerste vlucht
das Leitwerk
=
de geleidingswerken
verspannen, befestigen
=
vastzetten
die Luftkammer
=
de luchtkamer
der Antrieb
=
de aandrijving
der Bug
=
de boeg
das Heck
=
hier: de staart
senkrecht, vertikal
=
verticaal, loodrecht
einmalig
=
uniek
der Nachbau des Zeppelins
=
het nabouwen van de zeppelin