IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
ThiemeMeulenhoff
ZugSpitze
VWO - Leerjaar 2 - 1e editie
VWO 2 – Schritt 4
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
ansehen
=
bekijken
aufhören
=
ophouden, stoppen
aufpassen
=
opletten
aufräumen
=
opruimen
der Ausweis
=
het ID-bewijs
böse
=
boos
deshalb
=
daarom
das Ding
=
het ding
Das ist egal.
=
Het maakt niet uit.
sich entschuldigen
=
zich verontschuldigen
Ich entschuldige mich dafür.
=
Mijn verontschuldigingen daarvoor.
fallen
=
vallen
fast
=
bijna
fehlen
=
ontbreken
das Geschenk
=
het cadeau
die Geschenke
=
de cadeaus
gültig
=
geldig
hoffentlich
=
hopelijk
jetzt
=
nu
kaputt
=
kapot
Das tut mir leid.
=
Het spijt me.
nervös
=
zenuwachtig
Nett von Ihnen!
=
Aardig van u!
passieren
=
gebeuren
Was ist passiert?
=
Wat is er gebeurd?
plötzlich
=
plotseling
die Polizei
=
de politie
der Polizist
=
de politieagent
die Polizisten
=
de politieagenten
das Problem
=
het probleem,
die Probleme
=
de problemen
der Rucksack
=
de rugzak
die Rucksäcke
=
de rugzakken
mit dem Rucksack
=
met de rugzak
der Verkäufer
=
de verkoper
die Verkäufer
=
de verkopers
vorsichtig
=
voorzichtig
weil
=
omdat