Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • weg mit dir = wegwezen
  • mein Zimmer = mijn kamer
  • Gassi gehen = de hond uitlaten
  • tauschen = ruilen
  • abgemacht = afgesproken
  • es regnet = het regent
  • die Regenjacke = de regenjas
  • mein Einkaufszettel = mijn boodschappenlijstje