Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • der Koffer = de koffer
  • Das weißt du doch? = Dat weet je toch?
  • mein Bein = mijn been
  • der Zug = de trein
  • runterbringen = naar beneden brengen
  • mein lieber Schatz = mijn lief schatje
  • das Hundefutter = het hondenvoer
  • beeilt euch = schiet op