Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • jobben = een bijbaantje hebben
  • Regale füllen = vakken vullen
  • das Taschengeld = het zakgeld
  • der Führerschein = het rijbewijs
  • der Arbeitsvertrag = het arbeidscontract
  • die Annonce = de advertentie
  • erhöhen = verhogen
  • der Studienplatz = de studieplaats
  • selbständig = zelfstandig