IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
De Uitgeversgroep
DUI A2 HO
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 4.0 - Bediening
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
das Eindecken
=
het (tafel)dekken
der Anlass
=
de aanleiding
die Kartoffel
=
de aardappel
die Einschränkung
=
de beperking
gefroren
=
bevroren
innen
=
binnen
braun
=
bruin
außen
=
buiten
die Spätzle
=
de deegballetjes (pasta)
der Nachtisch
=
het dessert
der Daumen
=
de duim
die Veranstaltung
=
het evenement
die Pommes
=
de friet
das Obst
=
het fruit
das Gemüse
=
de groente
die Eiswürfel
=
de ijsblokjes
die Zutaten
=
de ingrediënten
die Kerze
=
de kaars
die Gurke
=
de komkommer/augurk
der Löffel
=
de lepel
hellgrün
=
lichtgroen
die Frühlingsrolle
=
de loempia
das Messer
=
het mes
der Mittelfinger
=
de middelvinger
der Platzteller
=
het onderbord
ernten
=
oogsten
violett/purpur/lila
=
paars
der kleine Finger
=
de pink
der Ringfinger
=
de ringvinger
der Rotwein
=
de rode wijn
die Rahmsoße
=
de roomsaus
rosa
=
roze
die Schlagsahne
=
de slagroom
der Sessel
=
de stoel/zetel
der Tischschmuck
=
de tafeldecoratie
die Tischwäsche
=
het tafellinnen
heutig
=
tegenwoordig
das Geschirr
=
het vaatwerk/servies
die Packung
=
de verpakking
die Gabel
=
de vork
der Bruch
=
de vouw
der Zeigefinger
=
de wijsvinger
der Weißwein
=
de witte wijn
der Beutel
=
het zakje
der Lachs
=
de zalm
hausgemacht
=
zelfgemaakt