- Duits Nederlands
- Kennen Sie sich hier aus? = bent u hier bekend?
- geht schon = redelijk
- der Kreisverkehr / die Rotonde = de rotonde
- es ist 20 Minuten zu Fuß = het is 20 minuten lopen
- die Straßenbahn = de tram
- die Linien…. halten bei….. = de lijnen …. stoppen bij ….
- die Gracht entlang = langs de gracht
- der Flohmarkt = de rommelmarkt
- in diese Richtung = die kant op
- freistehend = vrijstaand
- rechts abbiegen = rechtsaf slaan
- links abbiegen = linksaf slaan
- geradeaus = rechtdoor
- die Straße überqueren = de straat oversteken
- die Brücke überqueren = de brug oversteken
- die Kreuzung = het kruispunt
- die Verkehrsampel = het stoplicht
- die Brücke = de brug
- die Querstraße = de zijstraat
- der Reiseführer = de reisleider
- der Stadtplan = de plattegrond
- der Prospekt = de folder
- das Reisebüro = het reisbureau
- das Fremdenverkehrsamt = het VVV-kantoor
- die Sehenswürdigkeiten = de bezienswaardigheden
- der Altstadtbummel = de wandeling door de oude stad
- der Spaziergang = de wandeling
- die Kathedrale = de kathedraal
- der Dom = de dom
- die Kirche = de kerk
- das Museum = het museum
- das Rathaus = het raadhuis
- der Palast = het paleis
- das Schloß = het kasteel/slot
- das Krankenhaus = het ziekenhuis
- der Marktplatz = het marktplein
- der Bahnhof = het station