IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
De Uitgeversgroep
Duits A1 HTR (Horeca, Toerisme en Recreatie)
A1 - 1e editie
Hoofdstuk 9.0 - Het weer
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
ab und zu
=
af en toe
Hagel, der / hageln
=
hagel, de / hagelen
ganzen Tag, den / Abend
=
hele dag, de / avond
heute Abend
=
vanavond
Gewitter
=
onweer
die Auskunft
=
de informatie
die Zeitung
=
de krant
die Höchsttemperatur
=
de maximum temperatuur
die Tiefsttemperatur
=
de minimumtemperatuur
Nebel, der / neblig
=
mist, de / mistig
der Sprühregen, der Nieselregen
=
de motregen
tagsüber / nachts
=
overdag /‘s nachts
Regen, der / regnen
=
regen, de / regenen
der (Regen-)Schauer
=
de regenbui
Schnee, der / schneien
=
sneeuw, de / sneeuwen
die Ferien
=
de vakantie
am Vormittag / am Nachmittag
=
voor de middag / na de middag
frieren
=
vriezen
der Wind
=
de wind
Sonne, die / die Sonne scheint / sonnig
=
zon, de / de zon schijnt / zonnig
sonnige Abschnitte
=
zonnige periodes