IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
De Uitgeversgroep
Sander
Basisschool - Leerjaar 10 - Deel 1980 - 7e editie
Hoofdstuk 1.0 - De Duitse taal
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
Fünf, die
=
(de) vijf
das A
=
de A
die Anzahl
=
het aantal
die Adresse
=
het adres
Aachen
=
Aken
die Antwort
=
het antwoord
der Spargel
=
de asperge
das Auto
=
de auto
der Bettler
=
de bedelaar
bisschen
=
beetje
der Anfang
=
het begin
das Erlebnis
=
de belevenis
die Nachricht
=
het bericht
der Besuch
=
het bezoek
die Blume
=
de bloem
der Baum
=
de boom
die Bäume
=
de bomen
das Boot
=
de boot
der Wald
=
het bos
die Broschüre
=
de brochure
der Campingplatz
=
de camping
der Chef
=
de chef
die Ziffer
=
het cijfer
der Zirkus
=
het circus
der Konflikt
=
het conflict
der Tag
=
de dag
die Dankbarkeit
=
de dankbaarheid
das Datum
=
de datum
der Tau
=
de dauw
die Tür
=
de deur
der Dialekt
=
het dialect
das Dorf
=
het dorp
Deutschland
=
Duitsland
der Effekt
=
het effect
Ägypten
=
Egypte
die Eiche
=
de eik
die Insel
=
het eiland
England
=
Engeland
das Foto, Lichtbild
=
de foto
das Gebirge
=
het gebergte
das Ereignis
=
de gebeurtenis
die Geduld
=
het geduld
die Zahl
=
het getal
die Gefahr
=
het gevaar
der Griff
=
de greep
das Gemüse
=
de groente
die Schrift
=
het handschrift
die Uhr
=
het heel uur (tijdstip op de klok) / horloge
die Hostess
=
de hostess
das Hotel
=
het hotel
die Idee
=
het idee
das Interesse
=
de interesse
das Fräulein
=
de juffrouw
der Käse
=
de kaas
das Kalb
=
het kalf
das Zimmer
=
de kamer
der Künstler
=
de kunstenaar
die Lampe
=
de lamp
die Landung
=
de landing
das Alter
=
de leeftijd
der Frühling
=
de lente
der Lohn
=
het loon
März, der
=
maart
das Maß
=
de maat
der Mann
=
de man
das Mädchen
=
het meisje
die Million
=
het miljoen
die Möglichkeit
=
de mogelijkheid
der Moment
=
het moment
der Name
=
de naam
der Nachteil
=
het nadeel
die Nummer
=
het nummer
der Augenblick
=
het ogenblik
Österreich
=
Oostenrijk
der Park
=
het park
die Rente
=
het pensioen
die Pension
=
het pension
die Pappel
=
de populier
die Probleme
=
de problemen
das Radio
=
de radio
der Regen
=
de regen
regnen
=
regenen
das Ruhrgebiet
=
het Roergebied
der Roggen
=
de rogge
Rom
=
Rome
die Gesellschaft
=
de samenleving
die Schule
=
de school
der Schuss
=
het schot
der Schnee
=
de sneeuw
das Praktikum
=
de stage
der Strand
=
het strand
der Weizen
=
de tarwe
das Taxi
=
de taxi
das Telefon
=
de telefoon
der Zehn
=
de tien
die Toilette
=
het toilet
das Training
=
de training
Türkei, die
=
Turkije
die Ausfahrt
=
de uitrit
der Ausflug
=
het uitstapje
die Aussicht
=
het uitzicht
die Universität
=
de universiteit
die Stunde
=
het uur / lesuur
heute
=
vandaag
der Verkehr
=
het verkeer
die Freiheit
=
de vrijheid
die Frau
=
de vrouw
die Arbeit
=
het werk
das Gesetz
=
de wet
Wind, der
=
wind
Mittwoch, der
=
woensdag
sehr
=
zeer
sagen
=
zeggen
die Sonne
=
de zon
der Sohn
=
de zoon
das Schwimmbad
=
het zwembad
Schweiz, die
=
Zwitserland