Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • Baustelle! = bouwwerkzaamheden!
  • bewölkt = bewolkt
  • der Frost = de vorst
  • das Gewitter = het onweer
  • das Glatteis = de ijzel
  • heiter = helder
  • das Hoch(druckgebiet) = het hogedrukgebied
  • das Klima = het klimaat
  • am Mittag = rond 12 uur
  • die Nachrichten = het nieuws
  • der Nebel = de mist
  • der Niederschlag = de neerslag
  • der Norden = het noorden
  • der Osten = het oosten
  • der Schnee = de sneeuw
  • die Schneekette = de sneeuwketting
  • der Süden = het zuiden
  • das Tief(druckgebiet) = het lagedrukgebied
  • überholen = inhalen
  • der Westen = het westen
  • die Wettervorhersage = de weersvoorspelling
  • der Winterreifen = de winterband