Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • Aktivität = de activiteit
  • Abschied = het afscheid
  • darum = daarom
  • Direktor = de directeur
  • sehr gerne = dolgraag
  • einziger = enig
  • fantastisch = fantastisch
  • großartig = geweldig
  • Elternhilfe = de hulpouder
  • Karte = het kaartje
  • Elternvertreter = de klassenouder
  • langwierig = langdurig
  • mitgeben = meegeven
  • Mühe = de moeite
  • nützlich = nuttig
  • unglaublich = ongelooflijk
  • organisieren = organiseren
  • Atmosphäre = de sfeer
  • Sporttag = de sportdag
  • schlagen = timmeren
  • stolz sein = trots
  • Ausflug = het uitstapje
  • streichen = verven
  • Versorger = de verzorger