Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • Blume = de bloem
  • Strauß = het boeket
  • Hochzeit = de bruiloft
  • Bus = de bus
  • stattfinden = doorgaan
  • Foto = de foto
  • Fotograf = de fotograaf
  • Gast = de gast
  • Hotel = het hotel
  • Hochzeitsreise = de huwelijksreis
  • Friseur = de kapper
  • modern = modern
  • Oma = de oma
  • Opa = de opa
  • abholen = ophalen
  • Anzug = het pak
  • Ring = de ring
  • Raum = de ruimte
  • spannend = spannend
  • Rathaus = het stadhuis
  • Hochzeitskleid = de trouwjurk
  • aussuchen = uitzoeken
  • vergessen = vergeten
  • erwarten = verwachten