Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • absolut = absoluut
  • arm = de arm
  • sparen / Ausgaben einschränken für = bezuinigen op
  • Sparen = de bezuiniging
  • Sozialhilfe = de bijstand
  • Kassiererin = de caissière
  • täglich = dagelijks
  • Vollzeit = fulltime
  • Geldangelegenheiten = de geldzaken
  • Folge = het gevolg
  • Einkünfte = de inkomsten
  • Kabel-TV = de kabel-tv
  • Luxus = luxe
  • kündigen = opzeggen
  • Übersicht = het overzicht
  • Teilzeit = parttime
  • reich = rijk
  • auskommen = rondkomen
  • Schulden = de schuld
  • dumm = stom
  • Zahnarzt = de tandarts
  • Ausgaben = de uitgaven
  • Fixkosten = de vaste lasten
  • Waschmittel = het wasmiddel
  • Krankenkasse = de zorgverzekering
  • sparsam = zuinig