Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • außerdem = bovendien
  • der Eintritt = de entree
  • erhalten = krijgen, ontvangen
  • der Flughafen = het vliegveld
  • die öffentlichen Verkehrsmittel = het openbaar vervoer
  • passieren = gebeuren
  • recht haben = gelijk hebben
  • die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid
  • verpassen = missen
  • wach = wakker
  • weit = ver
  • zu zweit = in tweetallen, met z’n tweeën