Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • anziehen = aantrekken
  • brauchen = nodig hebben
  • empfehlen = aanbevelen
  • die Ernährung = de voeding
  • fast = bijna
  • das Gefühl = het gevoel
  • die Gesundheit = de gezondheid
  • heutzutage = tegenwoordig
  • der Körper = het lichaam
  • das Nahrungsmittel = het voedingsmiddel
  • die Süßigkeiten = de snoep, de snoepjes
  • der Zucker = de suiker