Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • angesichts = gezien, ten aanzien van
  • auswendig = uit het hoofd
  • betreuen = begeleiden
  • das Ereignis = gebeurtenis
  • das Märchen = het sprookje
  • der Anzug = het kostuum, het pak
  • der Geschmack = de smaak
  • der Sarg = de doodskist
  • die Art = de soort
  • die Erkenntnis = het inzicht
  • die Krankenkasse = de zorgverzekeraar
  • die Senkung = de daling
  • die Veröffentlichung = de publicatie
  • einschalten = inschakelen
  • erringen = behalen
  • führen = leiden
  • gucken = kijken
  • irgendwann = ooit
  • lediglich = alleen maar
  • öffentlich = in het openbaar
  • schützen = beschermen
  • sich hingeben = zich overgeven aan
  • stattfinden = plaatsvinden
  • die Verfasserin = de auteur (v)
  • vorhersehen = voorzien
  • zusichern = toezeggen