Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • das Alter = de leeftijd
  • das Aufsehen, erregen = opzien baren
  • der Blickwinkel = het perspectief
  • brauchen = nodig hebben
  • der Kindergarten = de kleuterschool
  • kürzlich = onlangs
  • plädieren = pleiten
  • prägen = kenmerken
  • die Prüfung = het examen
  • die Schulpflicht = de leerplicht
  • spendieren = trakteren
  • tauschen = ruilen
  • überprüfen = controleren
  • das Unternehmen = het bedrijf
  • unterrichten = onderwijzen
  • verfassen = schrijven
  • widersprechen = tegenspreken